In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een ingreep (een onderzoek, behandeling of operatie) onder algehele anesthesie (narcose), sedatie of plaatselijke verdoving. Hieronder staan deze verschillende vormen van anesthesie beschreven.
Bij het uitvoeren van een kleine chirurgische ingreep wordt lokale anesthesie toegepast. Er wordt dan door de arts rondom het te behandelen gebied onderhuids een lokaal anestheticum (verdovend medicijn) geïnjecteerd. Door de lokale anesthetica zenden zenuwen in het geïnjecteerde gebied geen pijn signalen meer naar de hersenen, het duurt slechts enkele minuten voordat dit effect optreedt. Hierna voelt u geen pijn meer, druk of beweging kunt u nog wel voelen. Het volledige gevoel keert na enkele uren weer terug.
Lokale anesthetica zijn over het algemeen erg veilig; complicaties treden zelden op. Wel kunt u wat pijn ervaren tijdens de injectie en kan de injectie gepaard gaan met lichte kneuzingen, bloedingen of pijn rond de injectieplaats.
In zeer zeldzame gevallen kan een allergische reactie, vertraagde hartslag, lage bloeddruk, ademhalingsproblemen, epileptische aanval of een hartstilstand
optreden.
Bij sedatie wordt het bewustzijn verlaagd tot een niveau waarop u zich slaperig en comfortabel voelt. Dit gebeurt door het toedienen van slaapmedicatie, al of niet in combinatie met pijnstillende middelen via een infuus. De mate van sedatie kan tijdens de ingreep worden aangepast; van lichte tot diepe sedatie. Sedatie wordt soms ook wel een ‘roesje’ genoemd. Vaak wordt de behandeling tijdens de sedatie weer vergeten terwijl u wel aanspreekbaar en instrueerbaar was. Sedatie kan eventueel gecombineerd worden met lokale anesthesie.
Bij regionale anesthesie technieken wordt een ledemaat of een deel van het lichaam verdoofd. Hierbij kunt u denken aan de spinale (ruggenprik) en epidurale anesthesie. Ook verdovingen van een arm of been vallen hier onder.
De bekendste (loco-)regionale anesthesietechniek is de spinaal anesthesie, in de volksmond ruggenprik. Deze prik kan als er geen contra-indicaties zijn, worden toegepast bij operaties die beneden het navelgebied plaatsvinden. De patiënt wordt dan vanaf de navel tot en met de tenen volledig verdoofd. Het pijngevoel is dan afwezig en ook kan men de benen niet meer optillen. De patiënt blijft in principe volledig bij bewustzijn. Als de patiënt echter de behoefte heeft om “niet alles mee te maken”, kan er een slaapmiddel worden toegediend. Dit noemt men spinaal met sedatie.
Bij algehele anesthesie (narcose) bevindt u zich in een slapende toestand. De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn en de pijngevoeligheid in het hele lichaam uit.De medicijnen worden toegediend via een infuus, een mondkapje of soms via een buisje in de luchtweg. De meest gebruikte methode is het infuus. Voor de veiligheid van de patiënt wordt meestal via het mondkapje wat extra zuurstofrijke lucht in de longen gebracht. Tijdens kortdurende ingrepen wordt uw ademhaling ook met dit kapje geregeld. Bij langdurige ingrepen regelen wij uw ademhaling via een buis in de luchtpijp (intubatie) of via een keelmasker. Een keelmasker is vergelijkbaar met een tube, maar hierbij reikt de buis slechts tot achter in de keel. In beide gevallen wordt de buis pas ingebracht wanneer u al buiten bewustzijn bent, dus dat merkt u zelf niet.Ook wordt de buis of het masker weer verwijderd voordat u goed wakker bent.
Al deze bijwerkingen zijn meestal tijdelijk en van korte duur.
Als u zich goed voorbereidt, zal dit uw eigen veiligheid tijdens de ingreep ten goede komen en verkleint u de kans op bijwerkingen en complicaties door de anesthesie.
Via de kliniek krijgt u de datum en het tijdstip van aanmelden bij de balie van de kliniek. Vanaf dat tijdstip van aanmelden rekent u terug:
Mocht het in uw geval niet noodzakelijk zijn dat u nuchter bent voor de ingreep, dan zal de arts dit vooraf met u bespreken.
Hebt u voor uw ingreep nog vragen over eten, drinken of medicijngebruik? Bel dan even met de kliniek.
De behandelend anesthesioloog maakt afspraken over de voor u geschikte pijnmedicatie.